kleine mannetjes, die met grote behendigheid de
pijpleidingen aan elkaar maken. Wanneer dit is ge
beurd, leggen ze zich op de gekste plaatsen in de
gangen neer en slapen als marmotten, maar eerst
schrik je wat en denkt dat er iemand dood ligt, je
struikelt er bijna overal over, maar je went ex-
gauw aan deze kereltjes te zien liggen. Van Aden
zelf valt niets te vertellen, want we konden helaas
niet van boord gaan. Wel weten we, dat Aden een
plaats is van veel stof en viezigheid, kamelen,
prachtige zijde en shantung, vliegen, die overal op
de eetwaren zitten en hitte.
Gedurende de komende veertien dagen wordt er
veel gedaan voor de passagiers aan ontspanning.
Er worden dans- en filmavonden georganiseerd en
't is voor de officieren lang geen pretje om altijd
als gastheer te moeten optreden en mee te dansen.
Ook zijn er kinderfeesten, waar wij zo tussen
door aan mee moeten helpen. De meest prachtige
dingen weet de chef-banketbakker of zoals de
vakterm is: patissier te maken. Hele sprookjes
worden er van suikerwerk getoverd en ook het
schip zelf, wel een meter lang, compleet met elec-
trische verlichting. Het is gewoon fantastisch, wat
ze kunnen maken en dan zeggen wij nog wel eens
„koekebakker" tegen iemand, die iets doms doet,
maar heus: een echte koekebakker is een kunste
naar.
En zo doorklieven wij de Indische Oceaan, de da
gen aftellende, die ons nog van huis scheiden,
hoewel we pas zijn begonnen. De temperatuur is
tropisch en in onze pantry had men vergeten een
ventilatie te bouwen; dat kan zo gebeuren, wan
neer een schip wordt omgebouwd. Patrijspoorten
zijn er ook niet, want de ligging van de pantry is
in het middenschip. De thermometer wijst regel
matig tussen de 92 en 95 graden. In onze hut vin
den wij ook al geen verkoeling en wij gaan, wan
neer wij niet te moe zijn, 's avonds nog wel eens
op het kinderdek zitten, dan zijn de kinderen naar
bed en dit is de enige plaats van het schip, waar
wij ons in eigen tijd mogen bevinden. Bemannings
leden houden zich n.l. niet op met passagiers;
dat is tegen het scheepsprotocol.
Aan alle dingen komt echter een einde, ook aan
de overtocht naar Australië en we zijn blij voor
onze passagiers. Fremantle komt in zicht. Het is
begrijpelijk, dat de mensen aan boord naar het
einde verlangen. We hebben niet alleen gezinnen
aan boord, maar soms hele families. Verkochten
alles, soms huis en zaak erbij, kochten zoals ze
heten een prefabricated house, die men altijd af
kan breken en opbouwen en hebben dus letterlijk
al hun schepen achter zich verbrand. Een nieuwe
toekomst tegemoet, maar wat voor een toekomst?
Ze beginnen zich deze vraag zo tegen het einde
weer goed te realiseren en je voelt de spanning
meer en meer groeien. In Fremantle wacht ons
allen echter een teleurstelling. Er is n.l. een haven
staking, kunnen dus niet lossen en liggen te liggen.
Er debarkeren slechts enkele gezinnen, maar dat
is de moeite niet waard. Fremantle zelf is men
gouw op uitgekeken. We zijn aan het einde van 'n
hittegolf zeggen ze, maar het is er schroeiend heet
en er woeden dan ook nog overal grote bosbran
den. De branden zelf maakten wij niet mee, maar
wel kwamen wij bij Sidney door het Nationaal
Park, waar je kilometers door de verbrande bos
sen reed, troosteloos, alles roestbruin. Ook kon
den wij toen begrijpen hoe het komt, wanneer er
mensen door het vuur ingesloten werden. Het is
zo droog, dat dit overspringt van de ene kant van
de weg naar de andere. Het is als een electrische
vonk.
Negen mijl van Femantle ligt het stadje Perth.
Er waren daar al veel Nederlanders en is het een
stad waar je wel kunt wonen. Ligt heel mooi,
rondom aan het water en dat doet natuui-lijk ons
Hollandse hart goed. Vooral op de meren wordt
veel gezeild. Daar is het ook niet gevaarlijk, want
op de binnenmeren zijn gelukkig geen haaien. Ga
daar maar niet gewoon in zee zwemmen, want
Er is nog wat „deining" om het Suez kanaal.
Enige patrouillerende oorlogsbodems.
dan loop je een grote kans binnen een minimum
van tijd verdwenen te zijn. Deze monsters komen
zelfs op kniehoogte, dus vlak onder de kust. Het
is overigens heerlijk weer eens vaste grond onder
de voeten te hebben, een gewone jurk te dragen
en ons in de milkbar te laten bedienen. Maar we
hebben te kort tijd om er lang van te genieten;
de baby's brullen om vier uur om hun flesje en we
moeten rennen om de bus te halen, die we natuur
lijk net missen.
We krijgen al visioenen, dat we bij aankomst ten
aanschouwe van alle passagiers gekielhaald zullen
worden, maar een zeer fijngevoelig automobilist
nodigt ons met een breed gebaar uit in te stappen.
Klokke vier worden wij afgeleverd en de baby's
geven ons hun liefste lach. Maar met dat al liggen
we nog in Fremantle en geen mens weet hoelang
de. staking nog zal duren. Een Australisch haven
arbeider is van een apart slag, anders dan in Ne
derland, België of ander Europees land. Men maakt
daar de handen niet gauw vuil en bootwerkers
zijn een steeds weerkêrende ergernis voor een ka
pitein van een schip, fïet kost een scheepvaarton
derneming enorm veel geld, wanneer een schip
langer dan nodig. in. de haven ligt. Een havenar
beider wordt ook niet gerangschikt onder de klasse
van arbeiders, maar staat' geheel apart, ook in
loonklasse. Wij kunnen dus een havenarbeider
niet door onze Hollandse bril zien. Het is daar
om wel eens goed naar een ander land te gaan en
kennis te nemen van de toestanden. Wij worden
wel eens verblind door het feit, dat men in Ame
rika. Canada.pf jAustralië allemaal in een auto rijdt,
een ijskast en een televisie-toestel bezit maar wanneer
we naar de sociale toestanden kijken, is het vaak