Dankbetuigingen.
een onuitsprekelijk groot dierenvriend was.
Men behoeft geen ziekelijke neiging voor die
ren te hebben, maar men kan ze als schepselen
van God eerbiedigen. En waar zij in ontwikkeling
beneden ons staan, daar zijn we eerder geroepen
als „jongere broeders" te helpen, dan om wreed
en verdelgend tegenover de dierenwereld op te
treden. Men kan zeggen, dat alle Goddelijke
schepselen en dus ook de dieren recht hebben;
alle minder-gevorderden en minder bevoorrech
ten hebben er aanspraak op door meer-gevorder-
den geholpen te worden. Wij erkennen dat allengs
in de mensen-maatschappij, doch dit geldt ook
ten aanzien van mens en dier. Te meer heeft
het dier recht op bescherming en hulp, omdat
het in zovele opzichten de mensen dient of nut
tig is.
Door onze positie van macht over de dieren
uit te buiten, vernederen wij ons zelf. Het werpt
een smet op ons, als wij de zwakkere slecht be
jegenen.
Franciscus van Assisi behandelde de dieren
dan ook alsof zij zijn gelijke waren en sprak van
„zijn broeders de dieren, broeder ezel en broe
der vogel".
Als wij het ook zó gevoelen, dan verandert
ons practisch gedrag jegens de dieren spoedig en
wordt het doden en nodeloos kwellen van dieren
ons onmogelijk.
Er is een veilig kompas voor onze handelingen
jegens de medemensen: het geweten. Hetzelfde
kan ons helpen om aan ons gedrag jegens de
dieren de juiste richting te geven. Het geweten
schrijft nooit het wrede voor; het is het lagere
„ik", dat daartoe drijft. Het geweten is recht.
En tegenover de dierenwereld geeft het ook het
rechte aan.
Zo voelde en zo deed. het ook Franciscus van
Assisi, die ook een bijzondere genegenheid voor
de vogels koesterde.
De sterfdag van deze geestelijke nu is aan de
bijzondere bescherming van het dier gewijd. Na
tuurlijk moet de mens elke dag aan de dieren
denken, goed voor ze zijn, maar de vierde Octo
ber vraagt nog eens extra voor hen de aandacht.
Laten we voor onszelf hieruit leren, dat we
nooit moeten zeggen: „het is maar een beest",
maar „juist omdat het een beest is". Met deze
verantwoordelijkheid voor ogen zullen we altijd
proberen een dier zo min mogelijk pijn te laten
lijden en het de kinderen reeds vroeg bij te
brengen, dat we als mensen de taak hebben de
dieren te beschermen.
mand e.d., die ik tijdens mijn ziekte van hen
mocht ontvangen.
J. Ligtenberg.
Mede namens mijn vrouw zeg ik de bazen en
mede-arbeiders van de Pakkerij hartelijk dank
voor de aardige attentie, in de vorm van een
krentenwegge, die wij ontvingen bij de geboorte
van onze zoon.
J. Ruiterkamp.
Hiermede zeg ik de Directie hartelijk dank
voor het prachtige gouden horloge, dat ik van
haar ontving bij gelegenheid van mijn 50-jarige
dienstvervulling. Eveneens wil ik bazen en ar
beiders van de Weverij hartelijk dank zeggen
voor de felicitaties.
B. Nijsink.
Ondergetekende dankt de Directie van ter
Horst Co. N.V. hartelijk voor het mooie ca
deau hem geschonken bij gelegenheid van zijn
50-jarig dienst jubileum.
Tevens zegt hij bazen en personeel van Weve
rij „Bijvank II" hartelijk dank voor de mooie
cadeaux, die zij hem op deze dag hebben aange
boden. H. Baan.
Mede namens mijn vrouw zeg ik bazen en ar
beiders van Batchingkamer „Boomkamp" harte
lijk dank voor hun medeleven, ondervonden bij
de ziekte van mijn vrouw, alsmede voor het
prachtige fruit, dat zij enige keren van hen
mocht ontvangen.
H. W. Goossen.
(Bij vergissing was deze dankbetuiging in 't
vorige Anker verkeerd opgesteld, waarvoor wij
onze excuses aanbieden.)
Hiermede zég ik de bazen en arbeiders van de
Krasserij hartelijk dank voor de fruitmand, die
ik tijdens mijn ziekte van hen mocht ontvangen.
B. H. Hendertink.
Hiermede betuig ik mijn hartelijke dank aan
de bazen en het personeel van Spinnerij „Bij
vank" en „Boomkamp" voor de prachtige fruit-
Hiermede betuig ik mede namens mijn
vrouw mijn hartelijke dank aan de Directie,
Bazen en Plaatswèrkers, alsmede aan Directeur
en Leden van de Muziekvereniging Wilhelmina,
voor hun belangstelling, die zij toonden bij mijn
,,%r