men dan bijeen en de banden van vriendschap
en liefde worden nauwer aangehaald.
Als met Kerstmis de avond daalt over de kille
wereld gaan in de huizen vroeg de lampen aan,
en men schikt zich om de warme haard of kachel.
Zelfs de jongelui hebben geen behoefte om uit
te gaan. Wij beleven in deze dagen een eigen
aardige vreugde. Dit is het licht van Kerstmis,
dat dwars door alle ellende en verdriet van deze
chaotische wereld ons hart bereikt.
Hierbij denken we dan aan het mooie lied,
dat eens de engelen zongen in de velden van
Efratha: „Vrede op Aarde". Onze gedachten
worden dan heengeleid naar een land in het
Oosten, waar 1952 jaar geleden een kind gebo
ren werd. Dit voorval, waarover wij lezen in
Lucas 2, heeft reeds eeuwen lang millioenen
mensen geboeid en wordt met de Kerstdagen in
allerlei talen aan de jeugd verteld.
In een arm land, dat reeds lang gebukt ging
onder het juk van de Romeinen, zou een volks
telling plaats vinden op bevel van de mach
tige keizer Augustus. Het land was bezet door
vreemde soldaten. Alle inwoners moesten zich
melden om zich te laten inschrijven in die stad
of plaats, waar de bakermat was van het ge
slacht, waartoe zij behoorden.
Zo ook Jozef en Maria. Zij moeten op dit hoge
bevel van Nazareth, waar ze wonen, naar Beth
lehem, hun geboorteplaats, een afstand van on
geveer llo km.
Het is een zware tocht voor deze mensen, die
geen geld bezitten om gebruik te maken van
een of ander gemakkelijk vervoermiddel. Dub-
belzwaar is de tocht voor Maria, die een kind
verwacht. Doch eindelijk bereiken ze toch Beth
lehem, waar ze hopen in een herberg onderdak
te krijgen. Maar ook hierin worden ze teleur
gesteld. Alles is vol en voor hen, eenvoudige
lieden die ze zijn, is er geen plaats meer. Nood
gedwongen moeten ze dan genoegen nemen met
een plaats in een beestenstal. Niettegenstaande
al deze bekommeringen is er in de harten van
deze twee mensen een heerlijke verwachting, En
zie, te midden van het nachtelijk duister wordt
hun hier het kind geboren, waarnaar ze zo zeer
verlangd hebben, nadat dit aan Maria door de
Engel Gabriël was voorzegd.
Tegelijker tijd zijn er in de omgeving van
Bethlehem een aantal herders, die de nacht
wacht houden over hun kudden. Misschien spre
ken ze wel over de beroerde tijd waarin ze leven;
over de bezetters, die hun leven aan banden
leggen en waar zij met hun nationale trots niet
overheen kunnen.
Of spreken ze over de verwachting, die ze zo
vaak hebben gekoesterd, dat de dag der bevrij
ding zal komenHet licht der vrijheid, die
deze duisternis zal doen voorbijgaan.
Maar zieplotseling staat een hemelbode
naast hen en kondigt hun de geboorte aan van
het kind, dat in hogere zin hun verwachtingen
zal verwezenlijken. Een groot aantal engelen
bevestigt deze boodschap met het zingen van een
lied, dat hen ontroert eia dat na eeuwen nog
over de aarde zal ruisen: „Vrede op Aarde".
Zo zien deze herders midden in de nacht een
licht, dat hun harten verblijdt en geloof geeft
voor de toekomst.
Ook in ons leven is er duisternis en veel wat
ons drukt. Laten we eens terugdenken aan de
trieste oorlogsjaren, toen we zaten bij een olie
pitje of een stukje kaars, dat veel te gauw op
was. Of aan de razzia's en bombardementen.
Hebben we niet uitgezien dag aan dag naar een
lichtpunt in deze duisternis?
Vaak hoorden we: „Och, als we het er maar
levend afbrengen, dan...". Het licht kwam en
we hebben het met grote vreugde ontvangen.
En het werd vrede voor ons.
Dit licht mogen we niet voor onszelf alleen
behouden. Neen, dit licht moeten we ook ont
steken in de harten van onze medemensen. En
we kunnen dit doendoor onze naaste de hand
te reiken en alle zelfzucht, onverschilligheid ol|
zelfverblinding uit ons harte te bannen. Eerst
dan, wanneer we ons dit voornemen, èn doen,
mogen we Kerstfeest vieren.
L.
Weer zingen ons de klokken
Het lied van Vrede toe.
Ons hart zou 't luist'ren laten,
Van al dat roepen moe.