In Memoriam
4. "-' ËLÏ
mt
*4
Het past ons op deze plaats een woord van dank
bare herinnering te wijden aan onze overleden
medewerker, Jan Hermen Mekenkamp, die op
20 October jl. het tijdelijke met het eeuwige heeft
verwisseld. Immers, Mekenkamp was de man, die
steeds bereid was zijn dichterlijke gaven ter be
schikking te stellen voor ons blad en vaak plaatsten
wij de vruchten van zijn werk op de voorpagina.
Nimmer hebben wij tevergeefs een beroep op hem
gedaan als het ging om een bijdrage voor de krant.
De pennevruchten van Jan waren meer dan lou
ter rijmelarijen; zijn gevoelige aard verloochende
zich ook hierin niet en in menig dichtstukje hebben
wij mogen ervaren, hoezeer hij meeleefde met men
sen en dingen om hem heen en hoe juist hij de
hij hem opgewekte gevoelens in dichtmaat wist uit
te drukken.
We willen dit stukje besluiten met een herplaat
sing van een indertijd door de heer Mekenkamp
vervaardigd gedicht over Kerstmis. Met de daarin
tot uiting gebrachte wens verenigen wij ons van
ganser harte. De redactie.
JAN HERMEN MEKENKAMP
1893—1951
Het is de mens gezet eenmaal te sterven. Wij
weten noch dag, noch uurDeze bekende woor
den komen ons weder voor de geest, als het bericht
van een plotseling sterven tot ons komt.
Het is een bijna dagelijkse gebeurtenis; we zijn
al gewoon geraakt aan de lijkstaties langs onze stra
ten, maar het heengaan van een mens, die we goed
en van nabij kenden, stemt onwillekeurig tot na
denken.
Zo was het ook met het verscheiden van onze
medewerker Mekenkamp. Al was hij niet jong
meer aan de andere zijde der vijftig toch was
zijn nog vrij plotseling heengaan niet verwacht.
Met grote verslagenheid bereikte ons de mare van
zijn dood.
Gedurende 38 jaar heeft hij met een grote toe
wijding zijn beste krachten aan het bedrijf gegeven,
zowel op het Kantoor onder zijn collega's, alsook
daarbuiten heeft hij zich veel vrienden gemaakt.
Wanneer wij hem hiermede gedenken, herinne
ren wij ons al het goede, dat hij heeft gedaan; moge
het ons prikkelen tot navolging; ook vergeten wij
niet het goede, dat hij aan ons heeft gedaan en dat
stemt ons tot dankbaarheid.
De vele jaren, die wij met hem op de meest pret
tige wijze mochten samenwerken, zullen voor ons
een dankbare herinnering blijven.
Zijn vader en verdere familieleden mogen zich
overtuigd weten van de hartelijke deelneming van
allen, die begrijpen, wat dit verlies voor hen be
tekent. L.
KERSTMIS.
Weer galmen de klokken tot ver in het rond,
Weer wordt ons een heerlijke boodschap verkondt;
Weer ruisen de lied'ren, zo stil, zo zacht,
Van „Vrede op aarde" en „Heilige Nacht".
Want weer is liet Kerstmis en weer wordt herdacht
Het heil, dat in Bethlehem ons werd gebracht;
Weer vieren wij samen dit heerlijke feest;
Nooit zijn we zo één met elkander geweest.
De kerken zijn vol en men zingt er zijn lied;
Men denkt aan de strijd van de wereld nu niet;
Voort luiden de klokken, zo wonderlijk blij;
Komt, komt dan, 't is Kerstfeest voor u en voor mij.
Al is ook de aard weer met wrevel vervuld,
En is onze toekomst in 't donker gehuld;
Toch hoop ik voor allen, 't zij groot of 't zij klein,
Dat 't dit jaar een zalig Kerstfeest mag zijn.
J. H. M.
een
Zaterdag 8 December overleed plotseling, door
gebeurtenis, onze geachte mede-
noodlottige
arbeider A. J. Tijhof.
De overledene was sedert 1928 werkzaam in de
afdeling Spoelerij, waar hij zich een zeer bekwaam
arbeider heeft getoond. Zijn openhartig, doch
tevens bescheiden optreden was de basis van de
goede verstandhouding tussen hem en zijn chefs.
Ook voor zijn collega's, waarmee hij samen-