Holl and is een Waterland
Rij ssen, Februari 1951.
melk, cake, koekjes, ja alles wat wij ook kennen.
Ik kan meteen het misverstand uit de weg rui
men, dat liier verschillende artikelen niet te koop
zouden zijn. Van electrische fornuizen tot was
knijpers, van zeeppoeder tot bleekwater, ja zelfs
tot blauwsel toe, is hier te krijgen.
Ook hier slaapt men onder wollen dekens, tns-
sen twee schone lakens en op een geborduurd kus
sensloop. Toch zijn er ook wel verschillende dingen
anders dan in ons land en moet men, wat men
noemt „eerst wennen" om het mooi te vinden. Zo
lopen de heren hier bijzonder bont en gekleurd
gekleed. Van rode en groene sokken moet men
niet verbaasd staan en een (strop)das waarin alle
kleuren vertegenwoordigd zijn, is geen uitzonde
ring. En hoe vreemd ik het eerst ook vond, ik hen
er nu dusdanig aan gewend, dat ik het mooi vind.
Waarom mogen de heren geen mooie kleuren dra
gen en de dames wel? Nu ik 't toch over de dames
heb, moet ik bekennen, dat ze zich in het algemeen
moderner kleden dan de Hollandse vrouw en van
de honderd lopen er wel achtennegentig met ge
verfde lippen tot nagels toe. Ook hieraan ben ik
al gewend geraakt, maar ik ben nog te ouderwets
om het mooi te vinden. Vooral het rood maken van
de nagels vind ik een onnatuurlijk gezicht. Toch
zou ik de Canadese vrouw in één ding ten voor
beeld willen stellen aan de Rijssense vrouw: zij
schrobt geen straat en wast geen ramen anders dan
twee keer in het jaar in voor- en najaar. En denk
nu niet, dat de Canadese vrouw niet schoon is.
Minstens even schoon, zo in sommig opzicht niet
schoner, dan de Hollandse vrouw. Maar ze schrobt
niet en ze plast niet aan het einde van de week. En
ik vind de stoepen en ramen hier even schoon
lijken als in Holland. Ik ben toch nooit een enthou
siast voorstandster geweest van dit onnodig geplas
en krachten verspillen, maar nu roep ik u toe,
Rijssense vrouwen, houdt er toch gerust mee op,
want heus, men kan even goed helder zijn buiten
dat.
Maar nu mag ik niet nalaten om de Canadese
man aan u, Rijssense mannen ten voorbeeld te
stellen. Wat zegt men van de Canadese huisvader,
die nooit zijn vrouw met het kind op de arm laat
zitten in bus of trein? Maar sterker nog, wat zegt
ge van de man en vader, die nooit zijn vrouw de
kinderwagen laat duwen, al is genoemde vader ook
politie in uniform? Ik zou zeggen, Rijssense man
nen, neem een voorbeeld!
Ik zou nog veel kunnen vertellen wat u allen
zou interesseren, maar een brief is beperkt. Ik zou
kunnen vertellen over de enorme afstanden, wa arvan
niemand enig begrip heeft dan die hier woont. En
toch moet men bewondering hebben voor wat er
in dit uitgestrekte land aan spoor- en verkeers
wegen tot stand is gebracht. Vooral in deze pro
vincie, Ontario, zijn de hoofdwegen mooi, en altijd
berijdbaar, tot in de winter toe, want na een zware
sneeuwval zorgen de enorme sneeuwschuivers er
voor, dat de weg weer schoon geveegd wordt. Wel
wonen de boeren hier niet zo dicht bij elkaar als
in Holland, toch heeft zo goed als iedere boer elec-
triciteit, telefoon en waterleiding. Dus zet alle rim-
boeyoorstellingen maar opzij.
In deze brief heb ik uitsluitend dingen van alge
mene aard verteld. Voor bijzonderheden is „Het
Anker" niet het geschikte blad, want zoals ieder
een begrijpt heeft ook dit land evenals ieder land,
zijn zon- en schaduwzijden voor de emigrant.
Toch spreek ik de waarheid, wanneer ik zeg,
dat zo goed als elke emigrant, al komt hij
menigmaal voor moeilijkheden te staan, zich
toch welbewust in dit land neerzet en heus niet
omdat hij niet anders kan, maar omdat hij niet
anders wil. omdat dit land hem een toekomst
geeft voor hem en zijn kinderen, die ons kleine
landje hem nooit geven kan.
Met vriendelijke groeten aan alle Anker-lezers,
TRUI BELDMAN,
p.a. Mr. Sanders,
4. Farley Place, St. Thomas,
Ontario, Canada.
N.B. Tot goed begrip van de in dit stuk genoem
de prijzen zij vermeld, dat de waarde van de Cana
dese Dollar in Hollands geld plm. f 3.60 is.
Holland is een land van water,
Holland is een vochtig land;
Breê rivieren en kanalen,
Grote plassen, stoomgemalen,
Beek en sloot, ze zijn verwant
Aan ons echte Waterland.
I
Holland is een land van water,
Holland is een visrijk land;
Menig heng'laar, die er uren
Naar zijn dobber zit te turen;
Snoek en baars, ja allerhand',
Vangt men in ons Waterland.
Holland is een land van water,
Holland is een zwemmersland;
Zalig, langs de kust te waden,
Of in zee zich te gaan baden,
Of te zwemmen ver van 't strand,
Holland is een Waterland.
Holland is een vochtig landje,
Holland is een Waterland;
Als de regen zwiept bij vlagen
In de voor- en najaarsdagen,
Dan pas blijkt van alle kant:
Holland is een Waterland.
J. H. M.