HOBBYCLUB. EEN GOUDEN JUBILEUM Donderdag 22 November herdacht baas V illeins de dag, dat hij 50 jaar geleden als arbeider bij ter Horst Co. N.V. in dienst trad. Cijfers spreken, doch anders zon men niet durven beweren, dat Wiilems al aan zijn gouden jubileum toe was. Zijn gezondheid, alsook zijn activiteit zijn nog van dien aard, dat men hem nog beslist niet tot de oude garde mag rekenen. Met opgewektheid en tot tevredenheid van zijn superieuren verricht hij nog dagelijks zijn werk. Ook in drukke tijden, waarin zijn volle aandacht werd gevraagd, heeft hij ge toond zijn plaats waardig te zijn. Zeer velen kwa men hem dan ook in zijn kantoortje opzoeken, om hem met deze dag gelnk te wensen. Op 22 November 1900 begon hij zijn carrière in de Spoelerij „Beek". Eerst bij de rolwinders, daar na bij de haspels en toen, zoals nog gebeurt, bij de kruisspoelmachine. In 1909 werd hij overgeplaatst naar de Weverij, waar hij tot 1912 werkzaam is ge weest als wever. Hierna werd hij teruggeplaatst naar de Spoelerij, doch nu als onderbaas. In 1914 werd hij bevorderd tot baas in de afdeling Spoelerij „Boomkamp", waar hij tot op heden nog werkzaam Dat deze dag niet onopgemerkt is voorbijgegaan, getuigden de bloemenhulde en cadeaux, die hem door de bazen-collega's en de arbeiders werden aan geboden. Op 't kantoor werd bij door de voltallige Directie ontvangen, die hem met deze heugelijke gebeurtenis van harte feliciteerde. De oudste Directeur, de heer J. J. ter Horst, dankte hem namens de Directie voor het vele en goede werk, dat hij gedurende deze halve eeuw voor Ter Horst Co. N.V. heeft ver richt en bood hem als herinnering hieraan, een gouden horloge met ketting aan. Spr. wenste hem verder nog een prettige arbeid toe voor de tijd, die liij nog tot zijn pensionnering aan het bedrijf zal verhonden blijven. Baas Wiilems dankte hierna de Directie voor de tot hem gerichte woorden en het mooie geschenk, dat hem werd aangeboden. Was het aanvankelijk onze bedoeling geweest om Vrijdag 13 October reeds weer aan te vangen, bij zondere omstandigheden hebben ons genoodzaakt, dit uit te stellen tot Vrijdag 27 October. We zijn dan begonnen met onze penningmeester aan het woord te laten over de financiën. Ook was er over onze liefhebberijen een en ander te zeggen. Onze vriend Kastenberg kon jammer genoeg niet komen, doch we hopen hem spoedig als pionier in diverse dingen weer te zien. We hebben onze timmer- en tekendeskundige makker, de heer Slagman, verzocht ons zijn mening omtrent de lijn en richting van dit seizoen mede te delen en hopen, dat hij ook dit jaar ons met raad en daad zal willen bijstaan. Gezien de prettige herinneringen, die we hebben aan de bezoeken van mijnheer Bouma, zouden wij het op prijs stellen, dat ook hij als vakman zo nu en dan zijn ogen over verschillende dingen zou willen laten gaan. Wij geloven, dat we daar bij voorbaat reeds op mogen rekenen. Verder willen wij niet nalaten er de jongens in de fabriek op attent te maken, dat ook niet-leden welkom zijn. Hoe groter onze club wordt, des te meer mogelijkheden zijn er. Onze bedoeling is juist, om door middel van samenwerking, iedereen de kans te geven juist die liefhebberij te beoefenen, welke hem het best ligt. We zullen zien en horen wat de plannen zijn en wat we, gezien de financiën, reeds kunnen uitvoeren. Mochten er plannen te berde komen, die thans nog niet te verwezenlijken zijn, dan kunnen we misschien toch in die richting iets doen, door middel van lectuur of een deskundige te verzoeken ons hierover eens voor te lichten. Er zijn bij ter Horst Co. N.V. toch altijd wel mensen, die reeds met zo'n bijltje hebben gehakt. Verder nog dit: we hebben een clubje jongens, die reeds overtuigd zijn van het feit, dat je in je vrije tijd toch ook nog iets mooiers kunt doen, dan „biej Gait van 't Centrum op de fietse te leünn". Je kunt, door lid van een liefhebberij club te zijn, leren iets moois te maken. Door het zien van het werk van een ander ook tot zo iets komen. Door lid van die club te zijn, zien, dat je stap voor stap tot grotere dingen kunt geraken. Juist door samen werking is die mogelijkheid groter. En nu moeten we niet denken, dat we binnen 14 dagen het een of ander knap stukje werk voor de dag brengen. Alle begin is moeilijk, ook hier; doch er zijn bij zo'n club steeds jongens, die al op weg zijn en ook een ander wel willen helpen. Verder hebben we de steun toegezegd gekregen van enkele deskundigen, doch de liefhebberij moe ten we zelf opbrengen. De een doet dit, de ander dat, doch allen doen één ding: zorgen, dat ze hun vrije tijd niet nutteloos verbruiken. We zullen hopen, dat het aantal groter wordt van hen, die begrijpen, dat het nooit weg is, wat je er in de jonge jaren bij leert. Tot Vrijdag dus, jongens! Wek je vrienden op, eens kennis te komen maken. Wie weet, staan ze spoedig vooraan. Br.

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1950 | | pagina 9