Iets over Jute. En eeuwig zingi de zee haar lied. v. Nadat wij in onze vorige artikelen een en ander verteld hebben over de verbouw en de behandeling van de jutevezel en al hetgeen er aan voorafgaat alvorens deze grondstof in ons bedrijf disponibel is, zijn wij thans gekomen aan de verwerking. Bij aankomst van de partijen jute, die in de regel per spoor worden aangevoerd, worden deze in de jutepakhuizen opgestapeld, soort bij soort. Voorraadstaten geven de plaats aan waar de benodigde balen zich bevinden en dagelijks vindt de aanvoer, we kunnen hier zeggen de voeding van het bedrijf, ononderbroken plaats en worden de balen van de pakhuizen naar de Batchingkamers gebracht. Hier begint de verwerking. De zwaar ge- I perste balen worden van de jutetouwen, waarmede ze zijn samengebonden ontdaan. Deze touwen zijn gewoonlijk van hetzelfde materiaal, ruwe jute, ineengedraaid. Door de geweldig zware persing zijn de wrongen zo hard en plat als een plank ge worden. Deze plakken jute gaan eerst door de Jute-opener. Zwaar gegroefde walsen, welke in sterk verende lagers liggen, kneden en beuken de jute dermate, dat de strengen of wrongen weer los gaan liggen en voor de opvolgende bewerking beter handelbaar zijn. Deze opvolgende behandeling bestaat hierin, dat de wrongen jute door handgrepen in risten gescheiden worden. Met deze risten wordt de z.g. softner gevoed. De naam van deze machine duidt reeds de werking aan, n.l. het zacht maken. Ook hier passeert de vezel weer een groot aantal eveneens gegroefde en zwaar verende rollen. Tevens wordt op deze machine de batch-emulsie toegevoegd, welke voor het latere spinproces onontbeerlijk is. De jute verlaat deze machine in een reeds enigszins vochtigen, zachten en soepelen toestand. Ze wordt in bossen van bepaalde gewichten ge pakt en op daarvoor bestemde karren opgesta peld. Hier blijft ze geruimen tijd opeengepakt zitten, opdat de batch-emulsie zich zoveel moge lijk gelijkelijk over de vezel kan verspreiden en daarin goed doordringen. Het is van het allergrootste belang, dat de jute tijdens het batchen goed bekeken en gesor teerd wordt. Zoals reeds vroeger vermeld is de betrouwbaarheid der merken niet steeds even groot. Overal komt slechte en krachteloze jute voor, ook met harde worteleinden, vlekkig, vuil enz. en voor de vervaardiging van de betere en dunnere soorten garen is het beslist noodzakelijk, dat de daarvoor niet geschikte jute wordt verwij derd. Voorts is het gewenst, dat de goed gesor teerde jute in gelijkmatige dikke strengen verdeeld wordt. De jutevezel is zeer hygroscopisch, d.w.z., dat ze evenals het zout, het vocht uit de atmosfeer tot zich trekt en in zich opneemt. Het moet daarom begrijpelijk zijn, dat in een met de buitenlucht in verbinding staande spin- ruimte, welke derhalve aan alle weersinvloeden onderhevig is, het niet altijd mogelijk is om zich tijdig op veranderde atmosferische toestanden in te stellen. Ook de vochtigheidsgraad van de balen jute onderling is vaak verschillend, doch door een geregelde opname en toetsing daarvan worden al te grote schommelingen ontdekt en kunnen dadelijk maatregelen ter nivellering worden ge nomen. Helaas is het onder de huidige omstan digheden nog niet mogelijk klachten over te nat of te droog geheel te vermijden. Ook is het een zeer voorname factor, dat de jute niet te veel en niet te weinig wordt be vochtigd. Is de vezel te nat, dan beginnen de moeilijkheden reeds in de Krasserij bij de Breakers en Finishers, terwijl een te droge vezel in de Spinnerij door voortdurend breken veel last en narigheid veroorzaakt. Er is ongetwijfeld geen afdeling in de fabriek waar groter aandacht aan het te behandelen ma teriaal dient te worden besteed, dan in de Batchingkamer. Hier wordt de grondslag gelegd voor de diverse kwaliteiten garen welke gesponnen zullen worden. Een kleine onoplettendheid of minder verantwoordelijksbesef kan oorzaak worden van allerhande gebreken in de opeenvolgende bewer kingen, met als uiteindelijk gevolg een slecht pro duct en ontevredenheid van degenen, die het verder moeten verwerken. Het is echter verheugend te constateren, dat zowel van personeel als bazen in deze afdeling alle medewerking in dit opzicht wordt ondervonden. P. Zacht bruist de zee, haar golven slaan Schuimspattend tegen 't strand Ze trek*- een zoom van Noord naar Zuid, Een zilverwitte band. De meeuwen scheren krijsend rond, Een vissersvloot vaart uit Men weet, de zee vat in haar schoot Een glinsterende buit. En eeuwig zingt de zee haar lied, Opbruisend van nabij en ver Hetzelfde lied van eeuwen her, Verstaat gij deze taal nog niet? Komt luistert, stil, met eerbied, zacht Nu hoort g' het klaar 't is WONDER MACHT -0 2-,

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1948 | | pagina 3