H.K.H. PRINSES JULIANA onze Koningin gehad. Jong meisje, toen haar de last van het Koningschap op de tengere schouders werd gelegd, neemt zij afscheid van ons als Grootmoeder. Van één ding is zij zich gedurende haar hele levensgang bewust geweest, dat zij de kracht voor de vervulling van haar moeilijke taak ontving van de „Hoorder der Gebeden". Het woord dat zij eens sprak„Christus vóór alles," getuigt dat zij de bemoediging daar zocht, waar die alleen te vinden is. Een troostrijke gedachte is het te weten, dat Prinses Juliana, van wie bekend is, dat zij haar Moeder een grote verering toedraagt, de teugels van het bewind van haar overneemt. Wij wensen haar toe, dat zij, straks Koningin der Nederlanden, geschraagd door het voorbeeld van haar Moeder, haar hoge waardigheid moge vervullen op een wijze die haar bij voortduring de liefde van ons volk deelachtig zal doen worden. God bescherme Moeder, Dochter en het gehele prinselijk gezin. Meer dan 100 jaar geleden, in 1841, schreef Potgieter een pittig stuk, getiteldJan, Jannetje en hun jongste kind. In dit stuk, geschreven in een tijd van drei gend verval, van achteruitgang op schier elk ge bied, houdt Potgieter ons volk z'n groot verleden voor ogen en wekt hij het op tot nieuwe krachts inspanning om z'n eervolle plaats in de volkeren gemeenschap te hernemen. Op allen wordt een dringend beroep gedaan, op Janmaat en Jan de Poeët, op Jan Cordaat en Jan Compagnie, op Jan Kritiek en zelfs op Jan Rap, om het uiterste te geven voor land en volk. Alleen Jan Salie laat hij er buiten als een hopeloos geval. In al deze personen symboliseert Potgieter de gehele Nederlandse volkshuishouding. Hij lant ze bij elkaar komen op een Oudejaarsavond. En met de toast, die daar werd uitgebracht, willen wij besluiten „Oranje in 't hart, en niemands slaaf.^ God zegene U, Jan,VU en de Uwen."

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1948 | | pagina 2