Noodwei
Ouderdomsvoorziening.
De regeling hiervan lijkt niet zogemakkelijk
te zijn en wordt daarom door de Voorzitter het
voorstel gedaan, dat de kernleden op de volgende
vergadering met. een goed overwogen plan zullen
komen.
Op een klacht uit Krasserij „Beek" over te
vochtige jute wordt gezegd, dat dit onderzocht
zal worden.
Vervolgens wordt het voorstel gedaan om bij
overlijden van een kostwinner van alle arbeiders een
kwartje te vragen. Aan de Directie wordt gevraagd
of deze event, bereid is in zo'n geval hieraan
eenzelfde bedrag toe te voegen. De weduwe zou
dan een mooi bedrag ontvangen om de eerste
financiële moeilijkheden te overwinnen.
De Voorzitter zegt, dat hij dit met de andere
1 Directieleden zal bespreken.
Verder wordt gevraagd of het niet mogelijk
is om andere spaarboekjes te krijgen voor de
boekjes „NEDERLAND". Bij het opvragen van
gelden moeten deze boekjes eerst opgestuurd
worden naar Amsterdam en het duurt vaak erg
laag voor dat men het aangevraagde geld kan
ophalen.
De Voorzitter stelt voor deze boekjes zo gauw
mogelijk vol te storten. Men zai proberen deze
zaak op te lossen,
Een verzoek om een andere uitgang bii de
fietsenbergplaats „Boomkamp" en het tijdig in orde
brengen van de verwarming in de Spoelerij worden
genoteerd.
Van de Pakkerij komt een verzoek om
nieuwe ruiten in het dak. Ook dit zal doorgegeven
worden zegt de Voorzitter.
Op de vraag of de mogelijkheid bestaat, dat
zich alsnog mensen bij het Bouwfonds kunnen
aansluiten antwoordt de Voorzitter bevestigend
en zegt, dat ze zich hiervoor bij de Heer Wilmink
moeten opgeven.
Vervolgens komt nog een vraag uit de
Pakkerij of de pers weer op de waterleiding kan
worden aangesloten, zodat men deze niet meer
behoeft bij te vullen.
Hierop wordt geantwoord, dat de aftakking
naar de pers nog niet op de hoofdleiding is aan
gesloten, doch dat dit wel gauw zal gebeuren.
Hierna wordt nog eens herinnerd aan de
stofafzuiger op de draaibank van de Timmerkamer,
die nog niet aangesloten is.
Tenslotte wordt nog verzocht om de hoofd
bestuursleden van de drie organisaties maandelijks
een exemplaar van het bedrijfsorgaan te sturen.
Verder niets meer aan de orde zijnde sluit
dc Voorzitter de vergadering. L.
Verschillende keren werd ons gevraagd, „Wie
en wanneer komt iemand in aanmerking voor
uitkering van de Noodwet Ouderdomsvoorziening".
We zullen proberen om deze vraag hieronder
zo eenvoudig mogelijk te behandelen.
Zoals bekend is, trad op 1 October 1947 de
Noodwet Ouderdomsvoorziening in werking
Deze noodwet heeft ten doel een regeling
te treffen om t ij d e 1 ij k te voorzien in de nood
van Ouden van dagen. Zij duurt 3 jaren n.l. van
1 Oct. 1947—1 Oct. 1950. Hierna verwacht men
een definitieve voorziening door middel van een
verplichte verzekering.
In deze wet is bepaald, dat aan de mannelijke,
alsmede aan de ongehuwde vrouwelijke Nederlan
ders van 65 jaar en ouder, die een inkomen
hebben beneden een vastgestelde grens,
een maandelijkse uitkering wordt verstrekt.
Voor de gemeente RIJSSEN geldt de vast-^^
gestelde grens van f 1150,— voor gehuwden en
f 725,— voor ongehuwden.
Wanneer dus het jaarlijks inkomen van een
man plus dat van zijn echtgenote minder bedraagt
dan f 1150,— komt hij voor uitkering in aan
merking.
Een ongehuwde, (dus ook weduwnaar ol
weduwe) heeft recht op uitkering wanneer zijn
jaarlijks inkomen minder bedraagt dan f 725,
Verder is de uitkering afhankelijk van de in
komsten die men heeft.
Als mee in t geheel geen inkomsten heelt
bedraagt de hoogste uitkering voor gehuwden
f 828,— en voor ongehuwden f 456,— per jaar.
Heeft men wel inkomsten, dan wordt de
helft van eigen inkomen van de uitkering
afgehouden.
Als eigendom wordt niet beschouwd, alles
wat men ontvangt van zijn kinderen en
Kerkelijke of andere instellingen van weldadigheic^^
Om te zien hoe groot de uitkering zal ziji^^
geven wij het volgende voorbeeld
Een gehuwde heeft een inkomenuit pensioen
enz. van f 325,per jaar.
Hij blijft dus beneden de vastgestelde grens
voor deze gemeente van f 1150,en komt dus
voor uitkering in aanmerking. Men rondt nu het
bedrag van de inkomsten af tot een veelvoud van
f 50,—Het wordt dus nu f 325 f 25 =f3Q0.
De helft van deze f 300 is f150 wordt afgetrokken
van de maximum uitkering a f 828 f 150 f 678.
Dit bedrag wordt naar boven afgerond tot een*
veelvoud van f 12 en wordt dus f 684.
Het jaarlijks inkomen wordt dus
Eigen inkomen f 325,—
Uitkering Noodwet
Ouderdomsvoorziening f 684,
Totaal f 1009,